II. Soorten Voedingsstoffen

Voedingsstoffen: macro- en micronutriënten

Een voedingsstof of nutriënt is ieder element dat het lichaam gebruikt om te overleven en/of om te groeien. Voedingsstoffen zijn de bouwstenen van alle levende wezens. Voeding en voedingsstoffen of nutriënten zijn echter géén synoniemen. Sommige soorten voeding zijn rijker aan (bepaalde) voedingsstoffen. De voedingsbehoeften van een dier worden bepaald door zijn leeftijd, groeistadium, activiteit, stress, genetica en veel meer. Voedingsstoffen worden traditioneel ingedeeld in twee hoofdcategorieën: de macronutriënten en de micronutriënten. De macronutriënten zijn de voedingsstoffen die in grote hoeveelheden nodig zijn, terwijl de micronutriënten nodig zijn in kleinere hoeveelheden. De macronutriënten bestaan uit eiwitten (proteïnen), vetten en koolhydraten. Dit zijn de voedingsstoffen die als energiebron kunnen fungeren. De micronutriënten worden opgedeeld in vitaminen, mineralen en sporenelementen (of micromineralen). 

Eiwitten

Eiwitmoleculen bestaan uit aminozuren die bij elkaar worden gehouden door een peptidebinding (als kralen aan een ketting). De driedimensionale vorm van de eiwitmoleculen bepaalt de functie van de moleculen in het lichaam. Bijna de helft van het (droge) gewicht van elke dierlijke cel bestaat uit eiwitten of proteïnen. Aminozuren zijn belangrijk voor alle levende cellen en spelen een rol bij het metabolisme (de stofwisseling) en bij het groeien en repareren van weefsel. Ook helpen ze bij het genereren van glucose en vetzuren. De proteïnen die de aminozuren vormen fungeren onder meer als belangrijke onderdelen van cellen, antilichamen en hormonen. Een proteïnetekort heeft derhalve een dramatisch gevolg voor cellen, organen, het immuunsysteem en de spijsvertering. Er zijn 22 aminozuren, die allemaal belangrijk zijn. Tien hiervan zijn essentieel voor honden (elf voor katten, namelijk ook Taurine). Het lichaam genereert deze stoffen niet en moet deze dus uit voeding halen.

Vetten

Vetten, ook wel lipiden, opgebouwd uit vetzuren, geven energie en zijn nodig voor een gebalanceerd dieet. Ze leveren relatief veel energie: één gram puur vet geeft 9 kcal (kilocalorieën) aan energie, terwijl dit bij eiwitten en koolhydraten 4 kcal is. Vetten die vast (solide) zijn bij kamertemperatuur noemen we simpelweg (verzadigde) vetten. Vetten die vloeibaar zijn bij kamertemperatuur noemen we olieën of onverzadigde vetten. Er zijn - afhankelijk van de moleculaire opbouw - enkelvoudig en meervoudig onverzadigde vetten. Het is te kort door de bocht om te zeggen dat verzadigde vetten slechter zijn dan onverzadigde vetten. Omega 3 en Omega 6 zijn (grotendeels) essentiële vetzuren. Vetten zorgen niet enkel voor energie, maar ze spelen ook een rol bij het opnemen van vetoplosbare vitaminen. Vetoverschotten worden opgeslagen in het lichaam, zodat zij later als brandstof gebruikt kunnen worden. Teveel vetinname of -opslag veroorzaakt echter overgewicht (obesitas).

Koolhydraten

Koolhydraten geven, net als eiwitten en vetten, energie. Koolhydraten zijn van plantaardige origine en kunnen suiker (sacharide), zetmeel en vezels zijn. Vooral herbivoren (planteneters) en omnivoren (alleseters) eten van nature koolhydraatrijke voeding. Via de voedselketen (of door directe consumptie) komen koolhydraten ook enigszins in carnivoren (vleeseters), zoals honden, terecht. Zij slaan koolhydraten in beperkte mate op in hun spieren en lever. Plantaardig materiaal kan door honden niet of nauwelijks verteerd worden. Toch hebben de vezels - mits beperkt geconsumeerd - nut. Ze maken de ontlasting onder andere vaster van vorm en ze zorgen voor gezondere darmen. Los van deze kleine voordelen, is de enige functie van koolhydraten - in welke vorm dan ook - het afgeven van energie. Koolhydraten zijn, anders dan eiwitten (proteïnen) en vetten (lipiden) géén bouwstenen van het lichaam. Het is daarom onnodig om je hond (veel) koolhydraten te voeren.

Vitaminen

Vitaminen spelen, ondanks dat zij géén energie geven zoals de macronutriënten, een belangrijke rol in het lichaam op het gebied van het metabolisme (de stofwisseling), groei en ontwikkeling, onderhoud en reproductie. Zij werden pas aan het begin van de twintigste eeuw ontdekt, waarna er een grote hoeveelheid universitair onderzoek op gang kwam. Vandaag de dag weten we dat vitaminen veel complexer zijn dan we aanvankelijk dachten. Iedere vitamine blijkt uit een uitgebreid systeem te bestaan. Het is vrijwel onmogelijk om deze complexiteit te repliceren in synthetische vitaminen, waardoor het gebruiken van natuurlijke vitaminebronnen nog altijd sterk te prefereren is. Vitaminen kunnen worden opgedeeld in wateroplosbare en vetoplosbare vitaminen. Wateroplosbaar zijn vitamine B en C. Vetoplosbaar zijn vitamine A, D, E en K (onder meer relevant voor de bloedstolling). Vitaminetekorten en -overschotten zijn altijd een aandachtspunt.

Vitaminen
Afbeelding 3: vitaminen zijn veel complexer dan we dachten

Mineralen en Sporenelementen

Anders dan vitaminen, die organisch zijn, zijn mineralen anorganisch. Dat wil zeggen dat zij geen koolstofatomen bevatten. De mineralen-component van een voedingsproduct wordt vaak ‘as’ genoemd. Als je de voeding zou verbranden, dan zouden alle organische stoffen en het vocht verdwijnen, waardoor enkel de mineralen resteren als as. Voedingsdeskundigen verbranden voedsel om de mineralen te onderzoeken. Mineralen worden opgedeeld in macromineralen en micromineralen (of sporenelementen). De macromineralen zijn Calcium (komt ruimschoots het meeste voor), Fosfor, Sodium, Kalium, Magnesium, Zwavel en Chloride. De micromineralen zijn Koper, Kobalt, IJzer, Mangaan, Zink, Iodine, Seleen en Chroom. Macromineralen maken doorgaans 0,5% tot 1,0% van een voedingsmiddel uit, terwijl micromineralen in veel kleinere hoeveelheden voorkomen. Combinaties van mineralen zijn gangbaar. Denk aan Sodiumchloride (zout).

Nutraceuticals

Los van voornoemde macro- en micronutriënten, wordt er sinds dit millenium ook gesproken over (natuurlijke) ‘nutraceuticals’. Dit woord is een samentrekking van ‘nutrition’ (voeding) en ‘pharmaceutical’ (pharmaceutisch). Anders dan vitaminen en mineralen zijn nutraceuticals, die ook in geringe hoeveelheden voorkomen in voeding, waarschijnlijk niet essentieel voor leven. Toch kennen zij eigenschappen die de gezondheid kunnen bevorderen. Voorbeelden van nutraceuticals zijn Bioflavonoïden (duizenden soorten), co-enzym Q10 (verwant aan vitamine E en K), Omega 3- en Omega 6-vetzuren, enzymen (hulpstoffen bij de vertering en stofwisseling), Fytochemicaliën (niet-essentiële voedingsstoffen afkomstig van planten, zoals Kurkuma, Chlorofyl, Knoflook, Lignaan/Lijnzaad, Silicium en Vanadium), Probiotica (voedingsmiddelen met micro-organismen, zoals Lactobaccilus, L. Acidophilus en Bifidobacterium) en Prebiotica (stimuleren de groei van Probiotica).

< naar het vorige hoofdstuknaar het volgende hoofdstuk >

Winkelwagen

Geen artikelen in winkelwagen.

Bekend van TV

VersVleesHond.nl is bekend van Huisdieren TV (SBS6)

© 2017 - 2024 VersVleesHond.nl | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel